Uit de snelle peiling van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat de Nederlandse inflatie in mei is gestegen naar 6,1%, ten opzichte van 5,2% in april en 4,4% in maart. Ook in de ons omringende landen is de inflatie hardnekkig hoog, hoewel de eurozone als geheel verraste met eveneens 6,1%, een daling ten opzichte van de 7,0% in april. Het laat de Europese Centrale Bank (ECB) weinig keus. Bij de volgende beleidsvergadering op 15 juni zal de rente naar verwachting opnieuw met 0,25% worden verhoogd. Het belangrijkste rentetarief in de eurozone komt dan met 3,5% akelig dicht in de buurt van het piektarief in 2008, op de vooravond van de financiële crisis. In combinatie met minder kredietverlening door banken is dit de opmaat voor een recessie, die in slow motion op ons af komt.
Inflatie leidt tot dubbele renteklap
De Nederlandse inflatie kwam in mei uit op 6,1%. Energieprijzen daalden weliswaar flink met 22% ten opzichte van een jaar eerder, maar zijn in absolute zin nog steeds oncomfortabel hoog. Prijzen van industriële goederen stegen met 9%, voedingsmiddelen met 13% en diensten met 6%. Desondanks houdt de economie nog steeds stand. Huishoudens hebben hun spaarbuffers aangevuld tijdens de pandemie. Bedrijven deden hetzelfde tijdens een periode van zeer lage rentes. Maar de groeivertraging is onvermijdelijk. Het heeft tijd nodig voordat het effect van de hogere rente gevoeld wordt. Tegelijkertijd toont data van de ECB aan dat banken steeds terughoudender worden met het verstrekken van nieuwe leningen. Een dubbele renteklap, die zelden voor komt.
Een recessie komt in slow motion op ons af
De eerste renteverhoging door de ECB in deze cyclus was in juli 2022, minder dan een jaar geleden. Op basis van historische data gaan economen er van uit dat de gevolgen in de economie duidelijk merkbaar zijn 18 tot 24 maanden later. Door het rappe tempo van de opeenvolgende renteverhoging zou het deze keer sneller kunnen gaan. De economische zwakte is al duidelijk zichtbaar in de recessiegevoelige productiesector. In de dienstensector is dat nog niet het geval. Ook de arbeidsmarkt is nog steeds krap, al denken wij wel dat die het hoogtepunt nu wel heeft bereikt. Zo bekeken komt een recessie in slow motion op ons af. De vraag is hoe diep die zal zijn.
Van recessie naar een nieuwe bull markt
ASML gaf deze week een obligatielening uit van €1 miljard met een looptijd van 2,5 jaar en een rente van 3,5%. Gezien het ijzersterke orderboek hebben banken en beleggers weinig twijfel dat ASML die lening zal kunnen terugbetalen. Grote bedrijven krijgen het pas lastig tijdens een crisis, niet tijdens een groeivertraging. In de traditioneel recessiegevoelige sectoren ligt dat anders, denk aan het midden- en kleinbedrijf en zakelijk onroerend goed. Bij de aanvraag van een nieuwe financiering zal men daar sterke papieren moeten overleggen om de continuïteit van de bedrijfsvoering veilig te stellen, helemaal als die energie-intensief is. De keerzijde is dan weer dat verminderd economische activiteit leidt tot een lagere inflatie, waardoor op een gegeven moment renteverlagingen mogelijk worden. Het vooruitzicht daarop kan dan de start zijn van een nieuwe bull markt op de beurs.