Geen breed uitgemeten gongslag bij de eerste notering van Ferrovial op Euronext Amsterdam afgelopen vrijdag. Het Spaanse bouwbedrijf met een beurswaarde van €20 miljard is een kanshebber om opgenomen te worden in de AEX Index. Is het ook een aanwinst voor de Nederlandse belegger?
Sinds 1952
Rafael del Pino richtte het bouwbedrijf op in 1952. Zijn zoon, ook Rafael del Pino, nam het stokje als bestuursvoorzitter over in 2000. Hij bezit 20% van de aandelen, die al jaren worden beheerd door de Nederlandse holding Rijn Capital. Zijn broer en zus bezitten nog eens 13%.
Door de jaren heen heeft Ferrovial niet alleen bouwprojecten opgeleverd, maar ook een interessante portefeuille opgebouwd. Het bedrijf is mede-eigenaar van een aantal tolwegen in de Verenigde Staten en Canada, heeft een belang van 25% in het Londense vliegveld Heathrow en een meerderheidsbelang in het Poolse bouwbedrijf Budimex. Met name de tolwegen leveren een voortdurende stroom van dividenden op, die een belangrijk deel van de waarde van Ferrovial vertegenwoordigen.
The American Dream
Ferrovial heeft nu beursnoteringen in Madrid en Amsterdam, maar het uiteindelijke doel is New York. Een blik op het jaarverslag van 2022 maakt snel duidelijk waarom. De omzet komt voor 36% uit Noord-Amerika, 21% uit het Verenigd Koninkrijk, 18% uit Spanje en 11% uit Polen. Analisten becijferen echter dat 81% van de totale waarde voorkomt uit de bezittingen in Noord-Amerika, vanwege concessies die lopen tot bijvoorbeeld 2060.
Van de aandeelhouders komt 7% uit Spanje, 44% uit de rest van Europa en maar 29% uit Noord-Amerika. Een beursnotering in New York zou Ferrovial meer in het zicht brengen van potentiële nieuwe aandeelhouders in de belangrijkste markt. Bovendien zou opname in de Amerikaanse small cap index Russell 2000 tot extra instroom vanuit passieve indexbeleggers kunnen leiden.
Aantrekkingskracht Amsterdam
Mysterieus wordt het als we de juridische verhuizing naar Amsterdam en de Amsterdamse beursnotering proberen te begrijpen. Op de aankondiging in februari 2023 werd door de Spaanse overheid furieus gereageerd. Ferrovial zelf zegt de operationele activiteiten in Spanje te houden en met een Nederlandse hoofdzetel gemakkelijker de stap over de Atlantische Oceaan te kunnen maken. Dat laatste lijkt geen noodzakelijke voorwaarde, want Banco Santander, BBVA en Telefonica hebben ook als Spaans bedrijf een notering in New York. Ook de Spaanse overheid is argwanend en wil openheid van zaken. Als blijkt dat een belastingverlaging de reden is dreigt een hoge boete. Del Pino zegt dat het zover niet zal komen. Het zal moeten blijken dat het dual listing programma van Euronext inderdaad van toegevoegde waarde is.
Is Ferrovial een aanwinst voor de Nederlandse belegger?
Voor veel Nederlandse beleggers zal Ferrovial een onbekende naam zijn. Met een marktwaarde van €20 miljard is het Spaanse bouwbedrijf vele malen groter dan de Nederlandse bouwers BAM en Heijmans. Met €20 miljard, vergelijkbaar met de omvang van bijvoorbeeld ASMI, zijn de Spanjaarden ook meteen kandidaat voor een plek in de AEX Index. Stel dat Ferrovial toetreedt, bij een volgende indexherweging, dan is het de vierde buitenlandse holding na Prosus, Universal Music Group en Exor.
De koersontwikkeling (zie grafiek) laat in een oogopslag zien dat Ferrovial de dip gedurende de pandemie inmiddels weer te boven is. In 2022 draaide de bouwer op een omzet van €7,5 miljard een nettowinst van €186 miljoen. Dat levert een winstmarge op van 2,5%, die gelijk doet denken aan de lage winstmarges van BAM en Heijmans. De Amerikaanse en Canadese tolwegen en het belang in Budimex maken het bedrijf duidelijk anders en daarmee de moeite waard om verder te bestuderen.